In de winter, pas uw rijgedrag aan
De winter staat voor de deur...
Denk er bij slecht weer aan uw rijstijl aan te passen, voor meer veiligheid op de weg.
Korte herinnering aan de basisregels:
- Laat u niet verrassen: controleer het weerbericht.
- Controleer de staat van uw voertuig, waaronder de banden (inclusief bandenspanning) en de lichten.
- Zorg ervoor dat de ramen en lichten van uw voertuig altijd schoon zijn.
- Ontdooi de voorruit, achterklep en zijruiten van uw voertuig volledig voordat u gaat rijden.
- Vermijd indien mogelijk het rijden op bevroren of besneeuwde grond.
- Pas uw snelheid en remafstand aan bij regen, gladde wegen of slecht zicht. Wees ervan bewust dat:
o een natte weg twee keer zo glad is als een droge weg
o een besneeuwde weg twee keer zo glad is als een natte weg
o een ijzige weg twee keer zo glad is als een besneeuwde weg.
- Als u slipt, reageer dan direct: zet het punt vast waar u naar toe wilt, ontkoppel (d.w.z. druk de koppeling in) en rem niet. Als u een automatische auto bestuurt, laat u het gaspedaal los en remt u niet.
- Doe u lichten aan zodra het zicht minder wordt. Gebruik geen grootlicht bij sneeuw of mist, want dan wordt u verblind.
- Haal niet in bij slecht zicht. • Laag zonlicht kan verblindend zijn. Draag zo nodig een zonnebril en/of gebruik de zonneklep van uw auto. • Als het vriest, wees heel voorzichtig langs kades en meren.
- Vermijd reizen in extreme winterse omstandigheden.
Goede reis!