Intentie om CBR Harmignies te sluiten

Combinatie van marktvoorwaarden en structurele moeilijkheden laten fabriek niet meer toe om rendabel te zijn

De directie van CBR (dat deel uitmaakt van de HeidelbergCement groep) heeft vandaag tijdens een buitengewone ondernemingsraad aan de vertegenwoordigers van het personeel aangekondigd dat ze de intentie heeft om de fabriek van klinker en wit cement van Harmignies te sluiten. Deze aankondiging is onder meer te verklaren door de structurele moeilijkheden waarmee de fabriek geconfronteerd wordt en de verslechtering van de markt voor wit cement. Indien deze intentie wordt bevestigd, zou dit kunnen leiden tot het collectief ontslag van de 97 werknemers van de vestiging. De directie heeft de informatie- en consultatieprocedure gestart. Ze betreurt de mogelijke gevolgen van dit voornemen en verbindt zich ertoe om alles in het werk te stellen om de sociale impact zoveel mogelijk te beperken.

Aan de fabriek van Harmignies zijn meerdere structurele handicaps verbonden. De kosten voor productie en logistiek van de locatie zijn te hoog, meer bepaald door haar slechte geografische ligging (geen enkele water- of spoorverbinding mogelijk), de lage productiecapaciteit en de natte weg productiemethode die meer energie verbruikt, meer CO2 uitstoot en bijgevolg veel duurder is dan het alternatief van de droge weg methode.

Bovendien hebben de laatste jaren nieuwe moeilijkheden de positie van de vestiging van Harmignies verder verzwakt. Enerzijds is de vraag naar wit cement op de natuurlijke markt van CBR Harmignies de laatste twee jaren sterk gedaald. Anderzijds is de concurrentie de laatste tien jaren sterk en voortdurend gestegen; meer bepaald vanuit Noord-Europa en het Middellandse Zee-bekken. Dit had een omzetdaling en een verhoogde druk op de prijzen tot gevolg.

De laatste jaren werden diverse maatregelen genomen om de rendabiliteit van de fabriek te proberen te behouden, meer bepaald de herstructureringen van 2007 en 2013 en belangrijke investeringen met het oog op het verminderen van de productiekosten van de site. Deze maatregelen en inspanningen waren helaas niet voldoende om de duurzaamheid van de activiteiten van de groep in Harmignies te verzekeren. De fabriek is niet langer voldoende concurrentieel en er valt in de toekomst ook geen significante verbetering te verwachten.

“Wij begrijpen dat de aankondiging van deze intentie hard aankomt bij de medewerkers van de fabriek van Harmignies. ”, stelt André Jacquemart, General Manager van HeidelbergCement Benelux. “Het is echter onze verantwoordelijkheid om weliswaar moeilijke maar noodzakelijke maatregelen te nemen om de activiteiten van het bedrijf in België te verzekeren.”

De directie van CBR en de vertegenwoordigers van het personeel hebben de informatie- en consultatiefase, voorzien in de procedure Renault, gestart. “Wij engageren ons om alles in het werk te stellen om de sociale impact te beperken en om een constructieve dialoog te starten met de werknemersafgevaardigden in het kader van de wet-Renault”, zegt André Jacquemart.

Downloads